Therapeut, kijk naar je eigen!

Als therapeuten, coaches en andere begeleiders van mensen in ontwikkeling hebben we een belangrijke taak: voortdurend kritisch blijven kijken naar ons eigen gedrag, gedachten en gevoelens. Je eigen helderheid in denken, doen en voelen is immers je belangrijkste begeleidingsinstrument.

Machtspositie

Een cliënt komt naar een coach of therapeut om zich te laten beïnvloeden. Dit maakt dat je als begeleider een machtspositie hebt en daarmee een grote verantwoordelijk om hier adequaat mee om te gaan. Hoe belangrijk dit is, ervaar ik niet alleen dagelijks als coach en trainer, maar ik heb het ook ervaren als cliënt van twee therapeuten…

Leertherapie

Een tijdje geleden was ik op het spoor gekomen van een therapeutisch gedachtegoed via de boeken van de grondlegster ervan. Het is een therapie waarbij je je traumatische ervaringen uit je jeugd onderzoekt en herbeleeft, zodat de invloed ervan op je leven nu afneemt. Je beleving van de huidige werkelijkheid wordt dan minder gekleurd door jouw vroegere ervaringen, waardoor je vrijer en helderder in het leven komt te staan. Ik overwoog om de 4-jarige opleiding tot therapeut te gaan doen en als voorbereiding ben ik alvast in leertherapie gegaan bij een gediplomeerde therapeute in Amsterdam en heb ik een week intensieve therapie gehad bij de grondlegster in Frankrijk.

Patiëntendossier

In het eerste gesprek met de leertherapeute vertelde zij mij dat ze een brief naar mijn huisarts ging sturen met informatie over deze therapie. Na afloop zou ze dan een verslag sturen van het verloop en de resultaten van de therapie voor in mijn patiëntendossier. Daarvoor moest ik een toestemmingsformulier tekenen. Ik zei dat ik dat geen goed idee vond. Ik zag de leertherapie als mijn professionele ontwikkeling, dus ik zag niet wat mijn huisarts ermee te maken had. De therapeute antwoordde: ‘Karen, het is een diepgaande therapie, dat moet je niet onderschatten. Je weet niet wat er allemaal zou kunnen gebeuren met je. Het is daarom van belang dat je huisarts hiervan op de hoogte is.’.

Argumenten

Daarop antwoordde ik dat ik het prima vond om haar de naam van mijn huisarts te geven, voor het geval het nodig was om haar hulp in te schakelen, maar dat ik geen  behoefte heb aan een verslag in mijn patiëntendossier. Onder andere omdat ik als ZZP’er in de toekomst nog een verzekering af wil kunnen sluiten, zonder dat er mogelijk getwijfeld wordt aan mijn psychische stabiliteit. Bovendien heb ik als coach ook zo mijn visie op wie er verantwoordelijk is voor de persoonlijke ontwikkeling van iemand. Namelijk die persoon zelf. En het rechtstreeks communiceren van mijn therapeut met mijn huisarts over mij, vind ik daar niet bij passen.

Allemaal ‘afweer’

De therapeute zei toen dat ik duidelijk geleid wordt door mijn ‘afweren’ – overlevingsstrategieën uit mijn jeugd  – en daardoor onnodige angst had voor het ondertekenen van het formulier. Dat zou ik later in de therapie wel inzien. De tweede sessie bestond opnieuw voor het grootste deel uit het bespreken van het door de therapeute gewenste contact met mijn huisarts. Weer kreeg ik te horen dat mijn schijnbaar rationele argumenten eigenlijk irreële angsten zijn, overblijfselen uit mijn traumatische jeugd. Ik herhaalde dat ik het prima vond dat ze mijn arts zou benaderen als dat nodig is, maar dat ik geen behoefte heb aan dossieropbouw. We kwamen niet tot elkaar. Bij de derde sessie zei mijn therapeute dat ze niet met mij verder kon als ik haar de toestemming niet gaf. Ik zei dat ik erover na zou denken en dat ik het haar zou laten weten als ik terug was uit Frankrijk. De week erna vertrok ik namelijk voor de week intensieve therapie bij de grondlegster van het gedachtegoed.

Je begreep de therapeute niet goed!

Nog voordat ik kon gaan zitten, begon de grondlegster van de therapie over mijn weigering om toestemming te geven aan de leertherapeute om contact te hebben met mijn huisarts. Ik vertelde dat ik haar zeker toestemming heb gegeven contact op te nemen met de huisarts, maar dat ik bezwaar had tegen een verslag in mijn patiëntendossier. Ik somde bondig mijn redenen op, want ik had geen zin om nog meer kostbare therapietijd te besteden aan dit gedoe. ‘Ja’, zei de grondlegster, ‘natuurlijk wil je dit niet in je dossier, dat zou ik ook niet willen, zeker niet als ondernemer, maar het ging alleen om toestemming om in noodgevallen contact met de arts op te mogen nemen’. Toen ik antwoordde dat de leertherapeute toch echt een ander verhaal vertelde, zei ze: ‘Kijk, Karen, dit is nou het werk van je afweren, waardoor je niet goed hebt kunnen horen wat de therapeute zei. Je angsten beïnvloeden je waarneming. Je staat nu aan het begin van je bewustwordingsproces. Als je wat verder bent, zul je dit gaan inzien.’

Een beetje in verwarring

Ik liet dit bezinken en was toch een beetje in verwarring gebracht. Zou het echt zo zijn? Had ik de leertherapeute niet goed begrepen? Ik, die al ruim 20 jaar professioneel bezig was met bewustwording en helder communiceren!? Zou ik echt zo’n vertekend beeld van de werkelijkheid hebben door die zogenaamde afweren van mij? Betekende het echt dat ik dingen heb gehoord die niet gezegd zijn?

Opluchting

Gelukkig had ik mijn papieren en geluidsopnames van de leertherapie meegenomen naar Frankrijk. Terug in de gîtes pakte ik die erbij. Een zucht van verlichting: in het toestemmingsformulier van de leertherapeute stond expliciet vermeld dat de therapeute een brief en een verslag aan de huisarts zou sturen. Ook de opnames van de gesprekken heb ik nog eens beluisterd. Het was precies zoals ik het mij herinnerde en zoals ik het de grondlegster had verteld. Pffff… opluchting… ik was niet gek!

De paradox: openstellen en autonoom blijven

Zo kan het dus gaan; ik ging twijfelen aan mijzelf en aan mijn waarneming door de stelligheid van de therapeuten. Die uitspraken in de trant van dat ik pas kon gaan zien wat zij zien, als ik verder zou zijn in deze therapie, en daarmee in mijn bewustwordingsproces, brachten mijn zelfvertrouwen aan het wankelen. Er zit een lastige paradox in het begeleiden van mensen bij hun bewustwordingsproces. Als cliënt moet je de therapeut vertrouwen, je openstellen naar diens beïnvloeding en tegelijkertijd moet je autonoom blijven. In mijn visie is het dan ook de primaire verantwoordelijkheid van de therapeut of coach om deze paradox te onderkennen en hier alert op te zijn. Om doordrongen te zijn van de macht die je hebt als begeleider. Om altijd ook je eigen waarneming te blijven betwijfelen en onderzoeken. En om je te blijven beseffen dat ook jij niet een verlichte, alwetende persoon bent met het alleenrecht op ‘de waarheid’.

Meer weten?

In mijn eerste boek ‘Wisselende contacten, de ontmaskering van de coachingsrelatie’, schrijf ik over aspecten als macht, verantwoordelijkheid en overdracht in de coachingsrelatie. In mijn laatste boek ‘Hoe word ik echt rijk? – een frisse kijk op ons moderne bestaan, schrijf ik over de illusies over en valkuilen van goeroes. Ook in mijn trainingen en coaching voor coaches en therapeuten komen deze onderwerpen aan de orde.

Enne… nee.. ik ben de opleiding niet gaan doen.