In een mum van tijd sta ik 40 – 0 achter. Ik speel een vriendschappelijk potje tennis tegen een clubgenoot. Hij is iets jonger dan ik en een grote, sterke vent. Soms is hij mijn mixpartner, nu mijn tegenstander.

Mijn best doen

Ik merk dat ik mijn best aan het doen ben. En niet zomaar; ik sla zo hard mogelijk, houd het tempo erin, loop de benen uit mijn lijf. En toch sta ik nu 40 – 0 achter. Dan besef ik dat ik mij sta aan te passen. Ik probeer ‘mannentennis’ te spelen. Er zit ergens een idee in mijn hoofd dat ik het pas waard ben tegen hem te spelen als ik zijn spel mee kan spelen. En plots – terwijl hij opgooit voor de service – besef ik dat dit ook is wat in veel bedrijven gebeurt. Vrouwen doen vaak enorm hun best om het ‘mannenspel’ mee te spelen. Dat kost veel kracht en inspanning. In een flits besluit ik om mijn eigen spel te gaan spelen.

Eigen spel

Ik sla af en toe ook een zachte bal, een slice, een dropshot, ik varieer in diepte, hoogte, richting en laat hem lekker lopen. En YES…  ik kom terug… puntje voor puntje… tot aan deuce, voordeel voor mij… en dan verandert er iets in zijn spel! Hij begint hetzelfde te doen als ik. Niet alle ballen komen meer keihard terug, nee, hij slaat plots ook lobs en zachte ballen, en… aiai… nu laat hij mij lopen.

Leuke pot ‘vrouwentennis’

Na afloop – hij heeft gewonnen na een heerlijke partij vol rally’s – vertelt hij hoe hij ons spel ervaren heeft. Mijn angst dat hij mijn ‘vrouwentennis’ saai of minderwaardig zou vinden, blijkt volledig ongegrond. Hij heeft genoten van de pot en zegt het heerlijk te hebben gevonden om nou eens veel technischer te tennissen. Leuker dan al dat ‘ongecontroleerde geram’ dat hij van zijn mannelijke tennismaten gewend is. Hij zegt dit technische spel vaker te willen gaan spelen, ook als hij tegen mannen speelt. En hij nodigt mij van harte uit om vaker tegen hem te singelen.

Moraal

Wat is voor mij de moraal van het verhaal? Ik besef maar weer eens hoe belangrijk het is om uit te gaan van mijn eigen kracht, ook in situaties waarin ik het gevoel hebt dat er een ander appèl op me wordt gedaan. Door (bij) mijzelf te blijven, kom ik het meest tot mijn recht. Juist mijn eventuele ‘anders-zijn’ wordt dan een meerwaarde. Zeker in organisaties met een nadrukkelijke masculiene organisatiecultuur zou men zich hier wat meer van bewust mogen zijn.

Herken je dit? Ben je het met me eens? Of juist helemaal niet?

Wil je ook met zelfvertrouwen en onvertuiging jouw kwaliteiten inzetten in je werk, maar weet je niet zo goed hoe? Misschien is mijn coaching dan iets voor jou.