‘Zeg, ik wil dit toch even kwijt’, mijn interactieve lezing op de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW) is nog geen twee minuten op weg, als een wat oudere man mij onderbreekt, ‘ik merk dat ik nogal wat vooroordelen had. Ik vroeg mij af wat een vrouwtje zoals jij mij nou te vertellen heeft. Maar ik zit nu even naar je te luisteren en ik ben heel geïnteresseerd in de rest van je verhaal’. Een mooiere interruptie kan ik mij nauwelijks wensen, gezien de strekking van mijn lezing. Ik bedank de man, dat hij zijn projectiescherm even opzij heeft geschoven, waardoor hij mij kan zien en horen. En ik ga verder:
Als we de Ander niet in het gelaat zien, maar tot een ding maken, laat de Ander ons onverschillig. Dan verbreken we de verbinding en ontkennen we onze verbondenheid. Dat kan onaangename gevolgen hebben voor jezelf, de ander en het grotere geheel. Vandaar mijn pleidooi voor hermenselijking. Een oproep om te proberen de Ander echt te zien. Als mens.
Natuurlijk; we zijn allemaal mens en tegelijkertijd verschillen we onderling. Bovendien leeft iedereen in wezen in zijn eigen wereld. Ieder heeft zijn eigen filter waardoor hij de werkelijkheid binnen laat komen. Onbewust selecteren we de informatie. En bij ieder woord dat ik uitspreek, heeft u uw eigen associaties en gevoelens. Zo geeft u mijn verhaal uw betekenis.
Als je een man in een hangmat ziet liggen, denk je al snel dat je een luie man ziet. Als een collega je tijdens een vergadering onderbreekt, is zij dominant. Als een kind drie keer vraagt of het een koekje mag, is het een zeurpiet.
Je interpreteert je observatie en die interpretatie wordt je werkelijkheid.
Herkent u dit?
De volgende stap is dat we de ander ook nog intenties gaan toeschrijven. De luie man probeert werk te ontduiken. De collega probeert je te vernederen en het kind wil je gek maken met zijn gezeur. Nou, dan kun je behoorlijk kwaad worden op die werkschuwe kerel, die gemene collega en dat rotkind.
Terwijl er feitelijk niet meer is dan iemand in een hangmat, een collega die je onderbroken heeft terwijl je sprak, en een kind dat drie keer vraagt om een koekje.
Zo interpreteren en oordelen we wat af en creëren daarmee een scherm dat tussen jezelf en de ander instaat. Een groot projectiescherm voor je eigen gedachten, ideeën, ervaringen en gevoelens. Het onttrekt je het zicht op de ander, terwijl je ervan overtuigd bent dat je de ander hoort en ziet.
We leven in een tijd van polarisatie. Individuen worden in een flits ingedeeld bij een bepaalde groep. Vervolgens vullen onze projectieschermen zich direct met de stereotype vooroordelen over die groep. Het gedrag van enkele leden van een “groep” wordt zo beeldbepalend voor alle leden van de zogenaamde groep. Zo denken we, op basis van een groep jongeren die zich misdragen, dat alle Nederlanders met Marokkaanse voorouders crimineel, agressief en slecht geïntegreerd zijn. En zo lijkt er consensus te heersen dat witte Nederlandse mannen intelligenter en belangrijker zijn dan iedereen die dat niet is, waardoor zij vanzelfsprekend serieus genomen worden en meer verdienen.
Deze snelle interpretaties en oordelen zijn vaak handig en soms zelfs noodzakelijk voor onze overleving. Een man met een boze blik en een mes in zijn hand betekent kwaad in de zin en dus wegwezen! (tenzij hij je slager is, die met het verkeerde been uit bed is gestapt, natuurlijk) In het veilige sociale verkeer hebben we echter dezelfde automatische reacties en dan staan ze ons in de weg.
Gelukkig is er een manier om door dat scherm heen te kijken. Het begint al met het besef dat het bestaat. Dit besef maakt het mogelijk om het scherm tijdelijk een beetje opzij te schuiven. Dan toont zich De Ander. Dan ontstaat de mogelijkheid om de interpretatie van je observatie te toetsen. Om de Ander ernaar te vragen.
Om te kunnen horen dat de man in de hangmat de hele nacht heeft staan werken om jouw trein vandaag te laten rijden. Om te ontdekken dat je collega geïnspireerd raakte door jouw ideeën en er graag over mee wilde denken. Om te weten te komen dat je kind gewoon ontzettende trek heeft in iets te eten.
Dus als je helderder gaat onderscheiden waar je waarneming overgaat in interpretatie, krijg je veel meer ruimte om te zien wat er werkelijk is. Dan is de ander niet meer een projectie van je eigen gedachten, maar een echte Ander die anders is. En tegelijkertijd hetzelfde. Net zo zeer een mens als jij. Verbonden in ons mens-zijn.
Je leert de Ander kennen. En je leert jezelf beter kennen via de Ander. Door mee te kijken in de wereld van de ander, krijg je zicht op wat jouw wereld typeert. Door de aannames van de Ander te leren kennen, leer je die van jezelf kennen. Zo ontstaat een steeds helderdere verbinding met jezelf en van daaruit met de ander.
Ubuntu zegt: ‘Ik ben, omdat wij zijn.’
Emmanuel Levinas zei: ‘Het gelaat van de ander vraagt mij: “Laat mij zijn” ’.
Ik zeg met Levinas: ‘U, ik, wij allemaal hebben vanuit ons mens-zijn een verantwoordelijkheid naar de ander. Om de Ander echt te zien en te horen. Om onszelf te leren kennen. Om met elkaar SAMEN te leven. Om ons nieuwsgierig open te stellen naar de Ander en hem vanuit naïeve ontvankelijkheid te vragen:
“Wie ben jij?”
en
“Hoe ziet jouw wereld eruit?” ‘
Spreekt dit onderwerp je aan? Lees dan ook mijn blogs:
5 stappen naar Empathisch Leiderschap
en doe mee aan de workshop Empathisch Leiderschap.
Ik was er bij en vond en vind het een boeiend verhaal. Nu ik het weer lees heb ik dezelfde associatie en als bij het slot in de zaal. Het is heel herkenbaar hoe we gehinderd worden om echt verbinding te maken en er een belangrijke reden is te onderzoeken hoe we hier vanaf komen. Ik pak dan de kans om mijn overtuiging te delen. Onze voorkeurscommunicatiestijl discussiëren, overtuigen en debatteren moeten we zien om te buigen naar een voorkeur voor de dialoog. Je laatste vragen zijn prachtige vragen om de dialoog gericht in te zetten.